Uitspraak
uitspraak van de meervoudige kamer van 26 augustus 2025 in de zaken tussen
Samenvatting
- namens eiser: de gemachtigden van eiser en [naam 1] ;
- namens de minister: de gemachtigden van de minister, alsmede [naam 2] en [naam 3] .
Rechtbank Den Haag
Deze uitspraak betreft de beroepen van het college van burgemeester en wethouders van Den Haag tegen besluiten van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De besluiten hebben betrekking op de toekenning van een gebundelde uitkering voor de uitvoering van de Participatiewet en aanverwante wetten voor de jaren 2022 tot en met 2024, evenals de afwijzing van aanvragen voor vangnetuitkeringen voor de jaren 2021 en 2022. Het college stelt dat het structureel te weinig budget ontvangt van het Rijk om zijn bijstandstaken adequaat uit te voeren, en dat het verdeelmodel dat hiervoor wordt gebruikt niet voldoende rekening houdt met de specifieke kenmerken van de gemeente Den Haag. De rechtbank oordeelt dat het college voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat het nadeel dat de gemeente ondervindt door het verdeelmodel, in de periode van 2022 tot en met 2024, beperkt is gebleven. De rechtbank verklaart de beroepen ongegrond, omdat er geen aanleiding is om het verdeelmodel buiten toepassing te laten. De uitspraak is in lijn met eerdere uitspraken over vergelijkbare zaken.