In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedaan op 25 augustus 2025, gaat het om een beroep dat eiseres heeft ingediend tegen de minister van Asiel en Migratie. Eiseres had op 16 december 2023 een asielaanvraag ingediend, maar de minister had niet tijdig beslist. De rechtbank oordeelt dat de beslistermijn is verstreken en dat het beroep ontvankelijk en kennelijk gegrond is. De rechtbank legt de minister op om binnen acht weken na het verstrijken van de termijn van 21 maanden alsnog een besluit te nemen, met een uiterste datum van 11 november 2025. Indien de minister deze termijn overschrijdt, moet hij een dwangsom van € 100,- per dag betalen, met een maximum van € 15.000,-. Daarnaast moet de minister de proceskosten van eiseres vergoeden, vastgesteld op € 453,50. De uitspraak is gedaan door mr. A. Sibma, in aanwezigheid van griffier mr. B.A. Smit, en is openbaar gemaakt via rechtspraak.nl.