Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de voorzieningenrechter van 5 september 2025 in de zaak tussen
de provincie Zuid-Holland(vergunninghouder) en
Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten in Nederland, te Amersfoort (belanghebbende).
Samenvatting
Procesverloop
Beoordeling door de voorzieningenrechter
ex nuncworden beslist op het bezwaar. Inmiddels zijn het wijzigingsplan en het nieuwe bestemmingsplan wel in werking getreden.
ex nuncgeschiedt, hetgeen betekent dat het recht moet worden toegepast zoals dat op het moment van de beslissing op de aanvraag geldt. In de rechtspraak is op dat uitgangspunt een uitzondering geformuleerd. Bij wijze van uitzondering mag aan een ten tijde van de indiening van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor bouwen nog wel, maar ten tijde van de beslissing daarop, dan wel ten tijde van de heroverweging in bezwaar daarvan, niet meer geldend bestemmingsplan, slechts worden getoetst indien de aanvraag ten tijde van de indiening daarvan in overeenstemming was met het toen geldende bestemmingsplan en op dat moment geen voorbereidingsbesluit voor een nieuw bestemmingsplan van kracht was dan wel een nieuw bestemmingsplan ter inzage was gelegd, waarmee de aanvraag in strijd was. [2]
ex nunctoetsing is dus niet van toepassing. De onderhavige zaak wijkt in zoverre af van de zaak die aan de orde was in de door verzoekers genoemde uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Zeeland-West-Brabant. Naar voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter maakt voornoemde jurisprudentie onderdeel uit van het oude recht, zodat toepassing van het overgangsrecht van artikel 4.3 van de Invoeringswet Omgevingswet leidt tot de conclusie dat in de beslissing op bezwaar getoetst moet worden aan het wijzigingsplan en het nieuwe bestemmingsplan. Om die reden zal de voorzieningenrechter, aan de hand van de door verzoekers aangevoerde bezwaargronden, beoordelen of het college op de juiste wijze invulling heeft gegeven aan die toets.