Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], eiser,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft eiser beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit door de minister van Asiel en Migratie op zijn aanvragen om verlening van een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) voor zijn ouders en broers en zussen. Eiser heeft de aanvragen op 26 maart 2024 ingediend, maar de minister heeft niet binnen de wettelijk voorgeschreven termijn van 90 dagen beslist. Eiser heeft de minister op 20 maart 2025 rechtsgeldig in gebreke gesteld en het beroep is op 9 april 2025 ingesteld. De rechtbank oordeelt dat het beroep tijdig is ingediend en gegrond is, omdat de minister in gebreke is gebleven.
De rechtbank legt de minister een termijn van acht weken op om een besluit te nemen op de aanvragen, met de mogelijkheid tot verlenging tot twintig weken indien nader onderzoek nodig is. Tevens wordt een dwangsom van € 100 per dag opgelegd voor elke dag dat de termijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000. De rechtbank stelt vast dat de minister € 1.442 aan bestuurlijke dwangsommen heeft verbeurd en veroordeelt de minister tot betaling van de proceskosten van eiser ter hoogte van € 453,50 en het griffierecht van € 194. De uitspraak is gedaan op 3 september 2025 en openbaar gemaakt.