Op 5 september 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak waarbij eiser, vertegenwoordigd door mr. M.P.J.W.M. Govers, beroep heeft ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van bijzondere omstandigheden, aangezien de verweerder eerder al een termijn was gesteld zonder dat er een beslissing was genomen. De rechtbank heeft verweerder opgedragen om binnen twee weken na verzending van de uitspraak een besluit bekend te maken, met inachtneming van deze uitspraak. Tevens is er een rechterlijke dwangsom van € 200 per dag opgelegd voor elke dag dat de termijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000. De proceskosten van eiser zijn vastgesteld op € 453,50, waarbij de rechtbank heeft verwezen naar de aan deze uitspraak gehechte bijlage voor het wettelijk kader en de overwegingen die aan het beroep ten grondslag liggen.
De rechtbank heeft geoordeeld dat het beroep gegrond is, omdat de beslistermijn is overschreden. De rechtbank heeft ook aangegeven dat als de ingebrekestelling niet tijdig is ingediend, dit gevolgen kan hebben voor de ontvankelijkheid van het beroep. De uitspraak is gedaan zonder zitting en openbaar gemaakt door middel van een geanonimiseerde publicatie. Eiser heeft de mogelijkheid om binnen zes weken na de uitspraak een verzetschrift in te dienen als hij het niet eens is met de uitspraak.