ECLI:NL:RBDHA:2025:16645
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot overdracht aan Frankrijk
Op 8 september 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak waarin een verzoeker, wiens asielaanvraag niet in behandeling is genomen, een voorlopige voorziening vroeg. De minister van Asiel en Migratie had op 16 juni 2025 besloten dat Frankrijk verantwoordelijk was voor de behandeling van de asielaanvraag. Dit besluit werd door de rechtbank op 28 augustus 2025 kennelijk ongegrond verklaard, waarna de verzoeker verzet aantekende en vroeg om een voorlopige voorziening om niet naar Frankrijk te worden overgedragen. De voorzieningenrechter oordeelde dat het verzet geen redelijke kans van slagen had, omdat de rechtbank terecht had geoordeeld dat de asielaanvraag niet in behandeling genomen hoefde te worden. De voorzieningenrechter benadrukte dat de overdracht aan Frankrijk geen onomkeerbare gevolgen heeft en dat verzoeker in Frankrijk kan worden teruggeleid naar Nederland indien nodig. De voorzieningenrechter wees het verzoek om voorlopige voorziening af en stelde dat de minister geen proceskosten hoeft te vergoeden.