ECLI:NL:RBDHA:2025:16735
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bewaring en voortduren van de maatregel in vreemdelingenrechtelijke context
Op 9 september 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende de maatregel van bewaring van een eiser, die door de minister van Asiel en Migratie was opgelegd op 27 juni 2025. De rechtbank heeft eerder op 11 juli 2025 al een uitspraak gedaan over deze maatregel. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van de maatregel en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft op 3 september 2025 besloten dat de zaak niet op zitting behandeld zal worden en heeft het vooronderzoek gesloten.
De rechtbank heeft beoordeeld of het voortduren van de maatregel van bewaring rechtmatig is. Eiser voerde aan dat de minister onvoldoende voortvarend werkt aan zijn uitzetting, omdat er geen laissez-passer was afgegeven door de Egyptische autoriteiten. De rechtbank heeft echter vastgesteld dat de minister voldoende voortvarend heeft gehandeld, onder andere door het indienen van rappels en het voeren van een vertrekgesprek met eiser. De rechtbank concludeert dat er geen reden is om aan te nemen dat de minister niet voldoende voortvarend werkt aan de uitzetting.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De uitspraak is gedaan door mr. M.J.M. Verhoeven, in aanwezigheid van griffier mr. S.M. Hampsink. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open, zoals bepaald in de Vreemdelingenwet 2000.