ECLI:NL:RBDHA:2025:16897
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Herziening en terugvordering van WIA-uitkering met boete opgelegd aan eiser
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 23 september 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, vertegenwoordigd door mr. G.L. Gijsberts, en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, vertegenwoordigd door T. Eversteijn. Eiser had een WIA-uitkering ontvangen, maar deze werd herzien en er werd een terugvordering van € 3.233,10 opgelegd, evenals een boete van € 969,93. De herziening was gebaseerd op bevindingen van het Haags Economisch Interventie Team (HEIT), die aangaven dat eiser op geld waardeerbare arbeid had verricht in een supermarkt. Eiser betwistte deze bevindingen en stelde dat hij geen werkzaamheden had verricht die als zodanig konden worden aangemerkt. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 1 juli 2025 en heeft geoordeeld dat de terugvordering en de boete terecht waren opgelegd. De rechtbank verklaarde het beroep van eiser tegen de herziening en terugvordering niet-ontvankelijk en het beroep tegen de boete ongegrond. Tevens werd verweerder veroordeeld tot betaling van griffierecht en proceskosten aan eiser.