In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd op 15 september 2025, is het beroep van eiser, vertegenwoordigd door mr. R. Roelofsen, behandeld. Eiser had een asielaanvraag ingediend op 26 juni 2023, maar de minister van Asiel en Migratie had niet tijdig beslist. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn was verstreken en dat de minister niet had gereageerd op het verzoek van eiser om binnen twee weken alsnog te beslissen. Hierdoor is het beroep ontvankelijk en gegrond verklaard. De rechtbank heeft de minister opgedragen om binnen acht weken na de uitspraak alsnog een besluit te nemen op de aanvraag, rekening houdend met het '8+8 wekenmodel'. Tevens is er een dwangsom opgelegd van € 100,- per dag bij overschrijding van de termijn, met een maximum van € 15.000,-. Eiser heeft ook recht op vergoeding van proceskosten, vastgesteld op € 453,50. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om in beroep te gaan bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.