In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen, gaat het om een beroep dat eiseres heeft ingediend tegen de minister van Asiel en Migratie. Eiseres had op 2 december 2023 een asielaanvraag ingediend, maar de minister had niet tijdig beslist. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is verstreken en dat eiseres de minister had verzocht om alsnog binnen twee weken te beslissen, wat niet is gebeurd. Hierdoor heeft eiseres beroep ingesteld.
De rechtbank oordeelt dat het beroep ontvankelijk en kennelijk gegrond is. De minister wordt opgedragen om binnen acht weken na de bekendmaking van de uitspraak alsnog een besluit te nemen op de aanvraag. De rechtbank legt een dwangsom op van € 100,- per dag voor elke dag dat de minister de beslistermijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. Daarnaast moet de minister de proceskosten van eiseres vergoeden, vastgesteld op € 453,50.
De uitspraak is gedaan door mr. A.G.D. Overmars en is openbaar gemaakt. Eiseres heeft recht op een besluit van de minister binnen de gestelde termijn, en als deze termijn niet wordt nageleefd, is de minister verplicht om de dwangsom te betalen. De uitspraak biedt een duidelijk kader voor de minister om tijdig te beslissen op asielaanvragen en benadrukt de noodzaak van een snelle afhandeling in dergelijke zaken.