Uitspraak
RECHTBANK Den Haag
1.De procedure
- de conclusie van antwoord, met producties GP01 t/m GP13;
- de aanvullende productie EP24 van PMC;
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
‘look and feel’.
custom madeworden geleverd;
look and feel’. Dit had wel op haar weg gelegen.
look and feel’voornamelijk bepaald wordt door de combinatie van de aluminium profielen voorzien van inkepingen met de gladde grijze (kunststof) platen die zij daar tussen plaatst. Dit betreft zowel de verticale profielen als de horizontale profielen aan de voorzijde van de kast. Ten aanzien van de verticaal geplaatste framestukken met daartussen een plaat, is de voorzieningenrechter voorshands van oordeel dat de keuze voor deze constructie triviaal van aard is; daarin vallen geen creatieve keuzes aan te wijzen. Ten aanzien van de horizontale framestukken met daartussen een plaat geklemd, wordt het volgende overwogen. RME heeft tijdens de mondelinge behandeling gesteld dat elke plank in de kast aan de voorzijde is voorzien van een opstaande rand, die voorkomt dat de materialen die op die plank liggen tijdens het rijden uit de kast vallen. De vormgeving van deze opstaande rand is – aldus RME – technisch bepaald: de twee horizontale frameranden zorgen ervoor dat de tussenliggende plaat blijft zitten en niet los raakt. PMC heeft dit niet betwist, zodat de voorzieningenrechter daarvan uit gaat. Kort en goed wordt de keuze voor een combinatie van de aluminium frames (die – naar RME onweersproken heeft gesteld – standaard in de markt zijn) met de kunststof plaat daartussen voorshands oordelend niet aangemerkt als een vrije creatieve keuze in auteursrechtelijke zin.
‘look and feel’te bewerkstelligen. De elementen die door PMC zijn aangedragen, komen niet voor afzonderlijke auteursrechtelijke bescherming in aanmerking.
‘look and feel’– niet gesteld en onderbouwd waaruit het persoonlijk stempel van de maker in dit geval bestaat.
‘look and feel’bepaald wordt door de aluminium frames met inkepingen waartussen een kunststof plaat wordt bevestigd.