AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Beroep tegen niet tijdig beslissen op asielaanvraag met dwangsom en proceskostenvergoeding
Op 22 september 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak waarbij de eiser, vertegenwoordigd door mr. H. Martens, beroep heeft ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden en heeft het beroep gegrond verklaard. De rechtbank heeft de minister van Asiel en Migratie opgedragen om binnen twee weken na verzending van de uitspraak een besluit te nemen. Tevens is er een rechterlijke dwangsom opgelegd van € 200 per dag, met een maximum van € 15.000, voor elke dag dat de minister de termijn overschrijdt. Daarnaast zijn proceskosten van € 453,50 aan de eiser toegewezen, bestaande uit 1 punt voor het indienen van het beroepschrift, met een waarde per punt van € 907 en een wegingsfactor van 0,5. De rechtbank heeft de uitspraak zonder zitting gedaan en de beslissing is openbaar gemaakt. De rechtbank heeft ook verwezen naar relevante wetgeving en eerdere uitspraken die van toepassing zijn op deze zaak.
Voetnoten
1.Voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.
2.Op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
3.Op grond van artikel 6:2, aanhef en onder b, in samenhang met artikel 7:1, eerste lid, aanhef en onder f, van de Awb.
4.Artikel 6:12, tweede lid, van de Awb.
5.Besluit van 26 januari 2023, nummer WBV 2023/3, houdende wijziging van de Vreemdelingencirculaire 2000; gepubliceerd in Staatscourant 2023 nr. 3235.
6.Op grond van artikel 42, vierde lid, aanhef en onder b, van de Vw.
9.Artikel 8:55d, eerste lid, van de Awb.
10.Artikel 8:55d, eerste en derde lid, van de Awb.
11.Op grond van artikel 8:55d, tweede lid, van de Awb.
12.Op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht.