In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Utrecht, zijn drie beroepen behandeld van eisers die asiel aanvragen hebben ingediend. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minister van Asiel en Migratie niet tijdig heeft beslist op deze aanvragen, wat heeft geleid tot de gegrondverklaring van de beroepen. De rechtbank heeft geoordeeld dat de minister binnen zes weken na de uitspraak alsnog besluiten moet nemen op de aanvragen. De eisers hebben de minister in beroep genomen omdat de beslistermijnen, zoals eerder vastgesteld door de rechtbank, zijn overschreden. De rechtbank heeft in haar overwegingen rekening gehouden met de lange termijn van 21 maanden die is overschreden en de reeds verstreken termijnen die eerder door de rechtbank zijn opgelegd. De rechtbank heeft ook een dwangsom van € 250,- per dag opgelegd aan de minister voor elke dag dat hij de beslistermijn overschrijdt, met een maximum van € 37.500,-. Daarnaast zijn de proceskosten van de eisers vastgesteld op € 453,50, omdat zij juridische bijstand hebben ingeschakeld. De uitspraak is openbaar gemaakt op 12 augustus 2025.