ECLI:NL:RBDHA:2025:17884

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
30 september 2025
Publicatiedatum
30 september 2025
Zaaknummer
NL25.28076
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Vereenvoudigde behandeling
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen niet tijdig beslissen op asielaanvraag en beoordeling van alsnog genomen besluit

In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedaan op 30 september 2025, gaat het om een beroep dat eiseres heeft ingediend tegen de minister van Asiel en Migratie. Eiseres had op 22 mei 2023 een asielaanvraag ingediend, maar de minister had niet tijdig beslist. Eiseres heeft eerder een gegrond beroep ingesteld, wat leidde tot een vernietiging van het besluit van 29 november 2024, met de opdracht aan de minister om binnen acht weken een nieuw besluit te nemen. Na het verstrijken van deze termijn heeft eiseres de minister verzocht om binnen twee weken te beslissen, maar dit is niet gebeurd, wat aanleiding gaf tot het indienen van het huidige beroep.

Op 22 juli 2025 heeft de minister alsnog een besluit genomen. De rechtbank oordeelt dat er geen aanleiding is om te bepalen dat de minister opnieuw een besluit moet nemen, omdat er inmiddels een besluit is genomen. Het beroep van eiseres tegen het niet tijdig nemen van een besluit wordt als kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. Daarnaast is het beroep tegen het alsnog genomen besluit ongegrond, omdat eiseres geen gronden heeft ingediend die betrekking hebben op dit besluit. De rechtbank concludeert dat de minister geen bestuurlijke dwangsom hoeft te betalen, aangezien hij heeft voldaan aan de verzoeken van eiseres door alsnog te beslissen.

De rechtbank heeft de proceskosten van eiseres vastgesteld op € 453,50, die door de minister vergoed moeten worden. De uitspraak is openbaar gemaakt en kan worden aangevochten door middel van een verzetschrift binnen zes weken na verzending.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL25.28076

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiseres], eiseres,

V-nummer: [nummer],
(gemachtigde: mr. H.A. Koning),
en

de minister van Asiel en Migratie.

Inleiding

1. Deze uitspraak gaat over het beroep dat eiseres heeft ingediend omdat de minister niet op tijd opnieuw zou hebben beslist op de asielaanvraag van 22 mei 2023. Dit beroep heeft van rechtswege ook betrekking op het alsnog genomen besluit.
1.1.
De rechtbank doet uitspraak zonder zitting. [1]

Beoordeling door de rechtbank

Is het beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit ontvankelijk?
2. In een eerdere procedure bij deze rechtbank (geregistreerd onder zaaknummer NL24.46500) is het beroep van eiseres gegrond verklaard en is het bestreden besluit van
29 november 2024 vernietigd. De rechtbank heeft de minister opgedragen binnen acht weken een nieuw besluit te nemen. Eiseres heeft de minister, na het verstrijken van de termijn, gevraagd om alsnog binnen twee weken te beslissen. [2] Dat heeft de minister niet gedaan en eiseres heeft vervolgens beroep ingesteld. [3]
3. Op 22 juli 2025 heeft de minister alsnog een besluit genomen. Omdat door de minister alsnog een besluit is genomen, is er voor de rechtbank geen aanleiding om te bepalen dat de minister alsnog een besluit op de aanvraag dient te nemen. [4]
4. Het beroep van eiseres tegen het niet tijdig nemen van een besluit is kennelijk niet-ontvankelijk.

Is het beroep tegen het alsnog genomen besluit gegrond?

5. Het beroep tegen het niet tijdig beslissen heeft ook betrekking op het alsnog genomen besluit. [5] Eiseres heeft geen gronden ingediend die zien op het alsnog genomen besluit. Dit betekent dat het beroep gericht tegen het alsnog genomen besluit kennelijk ongegrond is.
Welke dwangsom legt de rechtbank op?
6. De minister hoeft geen bestuurlijke dwangsom te betalen. [6] Daarnaast bestaat er geen aanleiding om een rechterlijke dwangsom op te leggen, omdat de minister is tegemoet gekomen aan het verzoek van eiseres en alsnog heeft beslist op haar aanvraag.

Conclusie en gevolgen

7. Het beroep gericht tegen het niet tijdig nemen van een besluit is niet-ontvankelijk. Het beroep gericht tegen het alsnog genomen besluit is ongegrond.
8. Omdat de minister na het indienen van het beroep alsnog een besluit heeft genomen, is het beroep terecht ingediend, en moet de minister de door eiseres gemaakte proceskosten vergoeden. De te vergoeden proceskosten stelt de rechtbank vast op € 453,50. [7]

Beslissing

De rechtbank:
  • verklaart het beroep gericht tegen het niet tijdig nemen van een besluit niet-ontvankelijk;
  • verklaart het beroep tegen het alsnog genomen besluit ongegrond;
  • veroordeelt de minister in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 453,50.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.G.D. Overmars, rechter, in aanwezigheid van O.T. Smit, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
Deze uitspraak is bekendgemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.

Voetnoten

1.Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
2.Artikel 6:12, tweede lid aanhef en onder a, van de Awb.
3.Artikel 6:12, tweede lid aanhef en onder b, van de Awb.
4.Artikel 8:55d van de Awb.
5.Artikel 6:20, derde lid, van de Awb.
7.Op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door de gemachtigde verleende rechtsbijstand, waarbij 1 punt is gerekend voor het indienen van het beroepschrift met een waarde per punt van € 907,- en een wegingsfactor van 0,5.