In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen, gaat het om een beroep dat is ingediend door eiser tegen de minister van Asiel en Migratie. Eiser heeft op 16 september 2023 een asielaanvraag ingediend, maar de minister heeft niet tijdig beslist. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is verstreken en dat eiser de minister heeft verzocht om alsnog binnen twee weken te beslissen, wat niet is gebeurd. Hierdoor heeft eiser beroep ingesteld. De rechtbank oordeelt dat het beroep ontvankelijk en kennelijk gegrond is. De minister wordt opgedragen om binnen acht weken na de uitspraak alsnog een besluit te nemen op de aanvraag. Indien de minister deze termijn overschrijdt, moet hij een dwangsom van € 100,- per dag betalen, met een maximum van € 15.000,-. Daarnaast moet de minister de proceskosten van eiser vergoeden, vastgesteld op € 453,50. De uitspraak is gedaan door mr. A.G.D. Overmars, rechter, en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.