In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 30 september 2025, wordt het beroep van eiser behandeld tegen de minister van Asiel en Migratie. Eiser had op 17 mei 2023 een asielaanvraag ingediend, maar de minister had niet tijdig beslist. Eiser heeft de minister verzocht om binnen twee weken te beslissen, maar dit verzoek is niet ingewilligd, waarna eiser beroep heeft ingesteld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is verstreken en dat de minister op 10 september 2025 alsnog een besluit heeft genomen. Hierdoor is het beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. Tevens is het beroep tegen het alsnog genomen besluit ongegrond verklaard, omdat eiser geen gronden heeft ingediend die betrekking hebben op dit besluit. De rechtbank heeft geoordeeld dat de minister geen bestuurlijke dwangsom hoeft te betalen, aangezien er inmiddels een besluit is genomen. Eiser heeft recht op vergoeding van proceskosten, die zijn vastgesteld op € 453,50. De uitspraak is openbaar gemaakt en bevat informatie over de mogelijkheid tot het indienen van een verzetschrift.