ECLI:NL:RBDHA:2025:17981
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Besluit tot bestuursdwang en kostenvergoeding in bestuursrechtelijke procedure
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 16 september 2025, in de zaak SGR 24/9929, is het beroep van eiseres tegen de beslissing tot bestuursdwang door het verwijderen van haar fiets beoordeeld. De rechtbank oordeelt dat het primaire besluit tot bestuursdwang niet op de juiste wijze aan eiseres is bekendgemaakt, waardoor de intrekking van dit besluit door verweerder op 21 november 2024 als een beslissing op bezwaar moet worden aangemerkt. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen de bestuursdwang, maar verweerder had verzuimd om een kostenvergoeding toe te kennen. De rechtbank concludeert dat eiseres procesbelang heeft, omdat de intrekking van het bestuursdwangbesluit niet gepaard ging met een vergoeding van de gemaakte kosten. De rechtbank vernietigt het besluit van 21 november 2024 voor zover daarin geen kostenvergoeding is toegekend en bepaalt dat verweerder aan eiseres een bedrag van € 647,- voor de bezwaarfase en € 1.814,- voor de beroepsfase moet vergoeden. Tevens moet het griffierecht van € 187,- aan eiseres worden terugbetaald. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.