Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam eiser] , eiser
de minister van Asiel en Migratie, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 30 september 2025 uitspraak gedaan in een beroep tegen een maatregel van bewaring opgelegd door de minister van Asiel en Migratie. Eiser, die in vreemdelingenbewaring zit sinds juli 2025, heeft op 12 september 2025 beroep ingesteld tegen het besluit van 18 augustus 2025, waarin de maatregel van bewaring werd opgelegd. Eiser stelt dat de maatregel onrechtmatig is omdat deze te laat is omgezet na zijn asielaanvraag op 15 augustus 2025. De rechtbank oordeelt echter dat de vraag of de eerdere maatregel van 14 juli 2025 tijdig is omgezet niet in deze procedure aan de orde kan komen. De rechtbank verwijst naar eerdere jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State en concludeert dat er geen grond is om de maatregel van bewaring onrechtmatig te achten.
Daarnaast voert eiser aan dat er een lichter middel had moeten worden toegepast, maar de rechtbank oordeelt dat de omstandigheden van de zaak, waaronder het illegaal verblijf van eiser en het risico op onttrekking aan toezicht, rechtvaardigen dat de maatregel van bewaring is gehandhaafd. De rechtbank wijst ook op het gebrek aan medische onderbouwing van de stelling van eiser dat de bewaring voor hem onevenredig bezwarend is. Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond en wijst het verzoek om schadevergoeding af. De uitspraak is gedaan door mr. F.A. Groeneveld, rechter, en is openbaar gemaakt.