In deze zaak heeft eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. P.A.J. Mulders, beroep ingesteld tegen de minister van Asiel en Migratie. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minister niet tijdig heeft beslist op de asielaanvraag van eiseres, ingediend op 6 maart 2024. Eiseres heeft de minister na het verstrijken van de beslistermijn verzocht om binnen twee weken een besluit te nemen, maar dit verzoek is niet ingewilligd. De rechtbank heeft het beroep ontvankelijk en kennelijk gegrond verklaard. De minister is opgedragen om binnen zestien weken na de uitspraak alsnog een besluit te nemen op de aanvraag, met inachtneming van het ‘8+8 wekenmodel’. Indien de minister deze termijn overschrijdt, is hij een dwangsom van € 100,- per dag verschuldigd, met een maximum van € 15.000,-. Daarnaast is de minister veroordeeld tot betaling van de proceskosten van eiseres, vastgesteld op € 453,50. De uitspraak is gedaan door mr. A.G.D. Overmars, rechter, en openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.