In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedaan op 2 oktober 2025, zijn de eisers, vreemdelingen afkomstig uit Syrië, in beroep gegaan tegen de minister van Asiel en Migratie. De eisers hebben gesteld dat de minister niet tijdig heeft beslist op hun asielaanvragen, ingediend op 24 augustus 2023. De rechtbank heeft de beroepen ontvankelijk en kennelijk gegrond verklaard, omdat de asielprocedure al langer dan 21 maanden aanhangig was en de minister in gebreke was gesteld. De rechtbank heeft geoordeeld dat de minister binnen acht weken na de bekendmaking van de uitspraak een besluit moet nemen op de aanvragen. Indien de minister deze termijn overschrijdt, is hij aan de eisers een dwangsom van € 100,- per dag verschuldigd, met een maximum van € 15.000,-. Daarnaast is de minister veroordeeld tot betaling van de proceskosten van de eisers, vastgesteld op € 453,50. De uitspraak is gedaan zonder zitting, en de rechtbank heeft de beslissing openbaar gemaakt via rechtspraak.nl.