AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Beroep tegen niet tijdig beslissen op asielaanvraag
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedaan op 2 oktober 2025, gaat het om een beroep dat is ingediend door eiser tegen de minister van Asiel en Migratie. Eiser stelt dat de minister niet tijdig heeft beslist op zijn asielaanvraag, die op 29 april 2023 is ingediend. De rechtbank heeft de zaak zonder zitting behandeld en oordeelt dat het beroep ontvankelijk en kennelijk gegrond is. De minister had de beslistermijn met negen maanden verlengd, maar de rechtbank oordeelt dat de minister binnen acht weken na de uitspraak een besluit moet nemen. Indien de minister deze termijn overschrijdt, is hij een dwangsom van € 100,- per dag verschuldigd, met een maximum van € 15.000,-. Daarnaast moet de minister de proceskosten van eiser vergoeden, vastgesteld op € 453,50. De uitspraak is openbaar gemaakt en kan worden ingezien op rechtspraak.nl.
Voetnoten
1.Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
2.Artikel 42, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw).
3.Artikel 42, vierde lid, aanhef en onder b, van de Awb. Met inwerkingtreding van het WBV 2023/3, voor alle asielaanvragen ingediend tussen 1 januari 2023 en 1 januari 2024.
4.Artikel 6:12, tweede lid, aanhef en onder a van de Awb.
5.Artikel 6:12, tweede lid, aanhef en onder b van de Awb.
6.Artikel 8:72, vierde lid, aanhef en onder b, van de Awb.
8.Artikel 31, vijfde lid, van de Procedurerichtlijn.
10.Artikel 8:55d, tweede lid, van de Awb.
11.Op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door de gemachtigde verleende rechtsbijstand, waarbij 1 punt is gerekend voor het indienen van het beroepschrift met een waarde per punt van € 907,- en een wegingsfactor van 0,5.