In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedaan op 6 oktober 2025, gaat het om een beroep dat eiseres heeft ingediend tegen de minister van Asiel en Migratie. Eiseres stelt dat de minister niet tijdig heeft beslist op haar asielaanvraag, ingediend op 10 augustus 2024. De rechtbank heeft de zaak zonder zitting behandeld en vastgesteld dat de beslistermijn is verstreken. Eiseres heeft de minister verzocht om binnen twee weken alsnog te beslissen, maar dit is niet gebeurd, waarna zij beroep heeft ingesteld. De rechtbank oordeelt dat het beroep ontvankelijk en kennelijk gegrond is. De minister wordt opgedragen om binnen zestien weken na de uitspraak alsnog een besluit te nemen op de aanvraag, met inachtneming van het '8+8 wekenmodel'. Indien de minister niet binnen de gestelde termijn beslist, moet hij een dwangsom van € 100,- per dag betalen, met een maximum van € 15.000,-. Daarnaast wordt de minister veroordeeld in de proceskosten van eiseres, vastgesteld op € 453,50. De uitspraak is openbaar gemaakt en kan worden aangemerkt als een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.