AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Asielaanvraag en overschrijding van beslistermijn met rechterlijke dwangsom
Op 3 oktober 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak waarbij eiseres beroep heeft ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op haar asielaanvraag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn van 21 maanden, zoals genoemd in artikel 31, vijfde lid, van de Procedurerichtlijn, op 4 augustus 2025 is overschreden. Hierdoor is de rechtbank van oordeel dat verweerder, de minister van Asiel en Migratie, zo snel mogelijk op de asielaanvraag moet beslissen, maar uiterlijk binnen twee weken na de verzending van de uitspraak. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard en verweerder opgedragen om binnen de gestelde termijn een besluit te nemen. Tevens is er een rechterlijke dwangsom opgelegd van € 100 per dag, met een maximum van € 15.000, voor elke dag dat verweerder de termijn overschrijdt. Daarnaast zijn de proceskosten van eiseres vastgesteld op € 453,50. De uitspraak is gedaan zonder zitting en openbaar gemaakt door middel van een geanonimiseerde publicatie.
Voetnoten
1.Voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.
2.Op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
3.Op grond van artikel 6:2, aanhef en onder b, in samenhang met artikel 7:1, eerste lid, aanhef en onder f, van de Awb.
4.Artikel 6:12, tweede lid, van de Awb.
5.Besluit van 26 januari 2023, nummer WBV 2023/3, houdende wijziging van de Vreemdelingencirculaire 2000; gepubliceerd in Staatscourant 2023 nr. 3235.
6.Op grond van artikel 42, vierde lid, aanhef en onder b, van de Vw.
8.Besluit van 27 december 2023, nummer WBV 2023/26, houdende wijziging van de Vreemdelingencirculaire 2000; gepubliceerd in de Staatscourant 2024, 473.
9.Besluit van 14 januari 2025, nummer WBV 2025/4, houdende wijziging van de Vreemdelingencirculaire 2000; gepubliceerd in de Staatscourant 2025, 1161.
11.Artikel 8:55d, eerste lid, van de Awb.
12.Artikel 8:55d, eerste en derde lid, van de Awb.
13.Op grond van artikel 8:55d, tweede lid, van de Awb.
14.Op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht.