In deze zaak heeft eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. J.M. Suurmeijer, beroep ingesteld tegen de minister van Asiel en Migratie. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minister niet tijdig heeft beslist op de asielaanvraag van eiseres, ingediend op 25 mei 2023. Eiseres heeft de minister na het verstrijken van de beslistermijn verzocht om binnen twee weken alsnog te beslissen, maar dit verzoek is niet ingewilligd. De rechtbank heeft het beroep ontvankelijk en kennelijk gegrond verklaard. De rechtbank oordeelt dat de minister alsnog een besluit moet nemen op de aanvraag, rekening houdend met het ‘8+8 wekenmodel’ en dat in dit geval, gezien de overschrijding van de bovengrens van 21 maanden, een kortere beslistermijn van vier weken passend is. De rechtbank legt een dwangsom op van € 100,- per dag voor elke dag dat de minister de beslistermijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. Daarnaast moet de minister de proceskosten van eiseres vergoeden, vastgesteld op € 453,50. De uitspraak is gedaan door mr. A. Sibma en openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.