In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedaan op 14 oktober 2025, gaat het om een beroep dat eiseres heeft ingediend tegen de minister van Asiel en Migratie. Eiseres, die ook optreedt namens haar minderjarige kinderen, heeft een asielaanvraag ingediend op 13 augustus 2024. De rechtbank stelt vast dat de beslistermijn voor deze aanvraag is verstreken. Eiseres heeft de minister verzocht om binnen twee weken alsnog te beslissen, maar de minister heeft hier niet op gereageerd. Hierdoor heeft eiseres beroep ingesteld. De rechtbank oordeelt dat het beroep ontvankelijk en kennelijk gegrond is. De minister wordt opgedragen om alsnog binnen zestien weken na de uitspraak een besluit te nemen op de aanvraag. Indien de minister deze termijn overschrijdt, moet hij een dwangsom van € 100,- per dag betalen, met een maximum van € 15.000,-. Daarnaast moet de minister de proceskosten van eiseres vergoeden, vastgesteld op € 453,50. De uitspraak is gedaan door mr. A. Sibma, rechter, en is openbaar gemaakt via rechtspraak.nl.