In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen, is het beroep van eiser tegen het niet tijdig nemen van een besluit op zijn asielaanvraag behandeld. Eiser had eerder een procedure aangespannen, maar dat beroep werd niet-ontvankelijk verklaard. In deze tweede procedure stelt eiser dat de minister van Asiel en Migratie niet tijdig heeft beslist op zijn asielaanvraag van 18 juni 2023. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is verstreken en dat de minister niet heeft gereageerd op het verzoek van eiser om binnen twee weken te beslissen. De rechtbank oordeelt dat het beroep ontvankelijk en kennelijk gegrond is. De rechtbank legt de minister op om binnen vier weken na de uitspraak een besluit te nemen op de aanvraag. Indien de minister deze termijn overschrijdt, moet hij een dwangsom van € 100,- per dag betalen, met een maximum van € 15.000,-. Daarnaast moet de minister de proceskosten van eiser vergoeden, vastgesteld op € 453,50. De uitspraak is openbaar gemaakt en bevat informatie over de mogelijkheid tot verzet tegen de uitspraak.