Deze uitspraak betreft de afwijzing van de aanvraag van eiseres voor een machtiging voor voorlopig verblijf (mvv) als familie- of gezinslid bij haar zoon op basis van artikel 8 van het EVRM. De minister van Asiel en Migratie heeft de aanvraag afgewezen, omdat de belangenafweging in het nadeel van eiseres uitvalt. De rechtbank heeft de afwijzing beoordeeld en geconcludeerd dat de minister niet onterecht heeft geoordeeld dat de belangen van de Nederlandse staat zwaarder wegen dan die van eiseres en haar familie. Eiseres, die de Jemenitische nationaliteit heeft, is 59 jaar oud en verblijft momenteel in Egypte. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen hechte persoonlijke banden bestaan tussen eiseres en haar kleinkinderen, en dat de minister terecht heeft geoordeeld dat er geen objectieve belemmeringen zijn om het gezinsleven in Jemen uit te oefenen. De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard en de afwijzing van de aanvraag in stand gehouden. Eiseres krijgt wel een vergoeding van de proceskosten voor het indienen van een beroepschrift tegen het niet tijdig beslissen op haar aanvraag.