In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 17 oktober 2025, wordt het beroep van eiseres behandeld die zich richt tegen het niet tijdig beslissen van de minister van Asiel en Migratie op haar asielaanvraag van 22 april 2023. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is verstreken en dat de minister niet heeft gereageerd op het verzoek van eiseres om binnen twee weken alsnog te beslissen. Hierdoor is het beroep ontvankelijk en kennelijk gegrond verklaard. De rechtbank oordeelt dat de minister binnen vier weken na de uitspraak een besluit moet nemen, rekening houdend met het '8+8 wekenmodel' en de overschrijding van de bovengrens van 21 maanden. Indien de minister niet tijdig beslist, is hij een dwangsom van € 100,- per dag verschuldigd, met een maximum van € 15.000,-. Daarnaast moet de minister de proceskosten van eiseres vergoeden, vastgesteld op € 453,50. De uitspraak is gedaan door mr. A.G.D. Overmars, in aanwezigheid van griffier A.S. van der Veen, en is openbaar gemaakt via rechtspraak.nl.