ECLI:NL:RBDHA:2025:1937
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- H. Hanssen - Telman
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen het niet in behandeling nemen van een asielaanvraag op basis van de Dublinverordening
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiser, een Algerijnse asielzoeker, tegen het besluit van de Minister van Asiel en Migratie om zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling te nemen. De minister heeft dit besluit genomen op basis van de Dublinverordening, die bepaalt dat Duitsland verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag. Eiser heeft zijn beroep op 4 februari 2025 behandeld, maar is niet verschenen. De rechtbank heeft de argumenten van eiser, die onder andere stelde dat het besluit in strijd was met de beginselen van behoorlijk bestuur, beoordeeld. Eiser betoogde dat er onzorgvuldigheden waren in de procedure, zoals problemen met de videoverbinding tijdens het gehoor en het ontbreken van een claimakkoord op het moment van het voornemen. De rechtbank oordeelt dat de minister zorgvuldig heeft gehandeld en dat de beroepsgronden van eiser niet slagen. De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is en dat het besluit van de minister in stand blijft. Eiser krijgt geen proceskostenvergoeding.