Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam] , eiser,
de minister van Asiel en Migratie, verweerder,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg, op 29 oktober 2025 uitspraak gedaan in een vervolgberoep tegen de maatregel van bewaring die aan eiser was opgelegd door de minister van Asiel en Migratie. Eiser, die de Nigeriaanse nationaliteit heeft, heeft op 30 juni 2025 de maatregel van bewaring opgelegd gekregen. Hij heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om schadevergoeding. De minister heeft op 3 oktober 2025 de maatregel opgeheven, waardoor de rechtbank zich enkel hoefde te buigen over de vraag of eiser recht heeft op schadevergoeding voor de periode dat hij in bewaring was.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de eerder opgelegde maatregel van bewaring rechtmatig was tot het moment van opheffing. Eiser heeft in zijn beroep herhaaldelijk aangevoerd dat het voortduren van de maatregel in strijd was met de Terugkeerrichtlijn en dat hij detentieongeschikt was vanwege medische en psychische klachten. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat eiser geen nieuwe feiten of omstandigheden heeft aangedragen die een ander oordeel rechtvaardigen. Bovendien heeft hij niet aangetoond dat hij in het detentiecentrum onvoldoende medische zorg heeft ontvangen.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat het beroep ongegrond is en heeft het verzoek om schadevergoeding afgewezen. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. Deze uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing, conform artikel 59 van de Vreemdelingenwet 2000.