ECLI:NL:RBDHA:2025:19860
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag van eiser met betrekking tot overname door Bulgarije onder de Dublinverordening
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 27 oktober 2025 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij eiser, een Jordaanse nationaliteit, een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd heeft aangevraagd. De aanvraag is niet in behandeling genomen omdat Bulgarije verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag. Eiser heeft tegen dit besluit beroep ingesteld, waarbij hij aanvoert dat het overnameverzoek niet tijdig is gedaan en dat zijn kinderen internationale bescherming genieten. De rechtbank heeft vastgesteld dat het overnameverzoek tijdig is gedaan, aangezien de aanvraag van eiser op 26 januari 2025 is ingediend en het verzoek op 8 april 2025 is verzonden. De rechtbank oordeelt dat de kinderen van eiser geen internationale bescherming genieten en dat verweerder terecht geen aanleiding heeft gezien om de asielaanvraag van eiser in behandeling te nemen. De rechtbank heeft ook de belangen van de kinderen meegewogen, maar oordeelt dat eiser onvoldoende heeft aangetoond dat de scheiding van zijn kinderen en hemzelf schadelijk is. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en bevestigt het bestreden besluit.