ECLI:NL:RBDHA:2025:19923
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep niet tijdig asiel, Dublin, Syrië besluitmoratorium, ingebrekestelling prematuur, beroep niet-ontvankelijk
In deze zaak heeft eiser, een Syriër, beroep ingesteld tegen de minister van Asiel en Migratie omdat deze niet tijdig heeft beslist op zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel. Eiser diende zijn asielaanvraag in op 19 januari 2024, maar de minister heeft verzuimd om binnen de wettelijk vereiste termijn van zes maanden een beslissing te nemen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minister verantwoordelijk was voor de behandeling van de aanvraag vanaf 19 maart 2024, maar dat er een besluitmoratorium gold voor Syrië van 14 december 2024 tot en met 13 juni 2025. Dit moratorium verlengde de beslistermijn voor asielaanvragen met een jaar, waardoor de minister uiterlijk op 19 september 2025 had moeten beslissen. Eiser heeft de minister op 10 juli 2025 in gebreke gesteld, maar de rechtbank oordeelt dat deze ingebrekestelling prematuur was, omdat de beslistermijn op dat moment nog niet was verstreken. Hierdoor verklaart de rechtbank het beroep van eiser niet-ontvankelijk. De uitspraak is gedaan door mr. G.P. Loman, rechter, en is openbaar gemaakt op 24 oktober 2025.