AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Asielaanvraag en overschrijding beslistermijn met rechterlijke dwangsom
Op 4 november 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende een asielaanvraag van eiser, vertegenwoordigd door mr. M.P.J.W.M. Govers. Eiser had beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag. De rechtbank oordeelde dat de beslistermijn was overschreden en dat er sprake was van bijzondere omstandigheden, waaronder achterstanden in de behandeling van asielaanvragen. De rechtbank stelde een nadere beslistermijn tot uiterlijk 2 januari 2026 vast, waarbij zowel het belang van de verweerder om zorgvuldig te beslissen als het belang van eiser om snel duidelijkheid te krijgen, in overweging werden genomen. Tevens werd een rechterlijke dwangsom van € 100 per dag opgelegd, met een maximum van € 15.000, voor het geval verweerder niet binnen deze termijn een besluit zou nemen. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond en veroordeelde verweerder in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 453,50. De uitspraak werd zonder zitting gedaan en is openbaar gemaakt.
Voetnoten
1.voorheen de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
2.Op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
3.Op grond van artikel 6:2, aanhef en onder b, in samenhang met artikel 7:1, eerste lid, aanhef en onder f, van de Awb.
4.Artikel 6:12, tweede lid, van de Awb.
5.Besluit van 26 januari 2023, nummer WBV 2023/3, houdende wijziging van de Vreemdelingencirculaire 2000; gepubliceerd in Staatscourant 2023 nr. 3235.
6.Op grond van artikel 42, vierde lid, aanhef en onder b, van de Vw.
9.Artikel 8:55d, eerste lid, van de Awb.
10.Artikel 8:55d, eerste en derde lid, van de Awb.
11.Op grond van artikel 8:55d, tweede lid, van de Awb.
12.Op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht.