AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Asielaanvraag en overschrijding beslistermijn met rechterlijke dwangsom
Op 4 november 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak van een eiser die beroep had ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn was overschreden en dat er een correcte ingebrekestelling was gedaan. Hierdoor was het beroep gegrond. De rechtbank heeft verweerder, de minister van Asiel en Migratie, opgedragen om binnen twee weken na de uitspraak een besluit te nemen over de asielaanvraag. Indien verweerder deze termijn overschrijdt, verbeurt hij een dwangsom van € 100 per dag, met een maximum van € 15.000. Daarnaast zijn de proceskosten van de eiser vastgesteld op € 453,50. De rechtbank heeft de uitspraak zonder zitting gedaan en heeft de relevante wettelijke kaders en eerdere uitspraken in overweging genomen. De uitspraak is openbaar gemaakt en de eiser is geïnformeerd over de mogelijkheid om in verzet te gaan tegen deze uitspraak.
Voetnoten
1.Voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.
2.Op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
3.Op grond van artikel 6:2, aanhef en onder b, in samenhang met artikel 7:1, eerste lid, aanhef en onder f, van de Awb.
4.Artikel 6:12, tweede lid, van de Awb.
5.Besluit van 26 januari 2023, nummer WBV 2023/3, houdende wijziging van de Vreemdelingencirculaire 2000; gepubliceerd in Staatscourant 2023 nr. 3235.
6.Op grond van artikel 42, vierde lid, aanhef en onder b, van de Vw.
9.Artikel 8:55d, eerste lid, van de Awb.
10.Artikel 8:55d, eerste en derde lid, van de Awb.
11.Op grond van artikel 8:55d, tweede lid, van de Awb.
12.Op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht.