ECLI:NL:RBDHA:2025:20917
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om proceskostenvergoeding in bestuursrechtelijke voorlopige voorziening
In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 5 november 2025, in de zaak met nummer NL24.11993, wordt het verzoek om proceskostenvergoeding van de verzoeker afgewezen. De verzoeker had eerder een verzoek om voorlopige voorziening ingediend, dat op 4 april 2024 was toegewezen. Echter, op 13 april 2024 trok de gemachtigde van de verzoeker dit verzoek in, waarna een verzoek om proceskostenvergoeding werd ingediend. De voorzieningenrechter oordeelt dat er geen aanleiding is om een proceskostenvergoeding toe te kennen, omdat er al eerder een proceskostenvergoeding was toegekend in de eerdere zaak. De voorzieningenrechter stelt dat de huidige zaak door de intrekking 'leeg' is geworden en dat er geen nieuwe situatie is die een proceskostenvergoeding rechtvaardigt. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.