AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Beroepen tegen niet tijdig beslissen op asielaanvragen in samenhangende zaken
Op 18 november 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de samenhangende zaken van twee eisers, die afzonderlijk beroep hadden ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op hun asielaanvragen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eisers als familieleden gezamenlijk zijn ingereisd en gelijktijdig hun aanvragen hebben ingediend. De rechtbank heeft geoordeeld dat de beslistermijn is overschreden en dat de beroepen gegrond zijn. De rechtbank heeft verweerder, de minister van Asiel en Migratie, opgedragen om binnen twee weken na de verzending van de uitspraak een besluit te nemen op de asielaanvragen van de eisers. Tevens is er een rechterlijke dwangsom opgelegd van € 100 per dag, met een maximum van € 15.000, voor elke dag dat verweerder in gebreke blijft. De rechtbank heeft ook de proceskosten van de eisers vastgesteld op € 453,50, gezien de samenhang tussen de ingediende beroepen. De uitspraak is gedaan zonder zitting en openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie.
Voetnoten
1.Voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.
2.Op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
3.Op grond van artikel 6:2, aanhef en onder b, in samenhang met artikel 7:1, eerste lid, aanhef en onder f, van de Awb.
4.Artikel 6:12, tweede lid, van de Awb.
5.Besluit van 26 januari 2023, nummer WBV 2023/3, houdende wijziging van de Vreemdelingencirculaire 2000; gepubliceerd in Staatscourant 2023 nr. 3235.
6.Op grond van artikel 42, vierde lid, aanhef en onder b, van de Vw.
9.Artikel 8:55d, eerste lid, van de Awb.
10.Artikel 8:55d, eerste en derde lid, van de Awb.
11.Op grond van artikel 8:55d, tweede lid, van de Awb.
12.Op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht.