Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiseres] , eiseres,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
Op 14 februari 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak waarbij eiseres beroep heeft ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit door de minister van Asiel en Migratie op haar aanvraag om verlening van een machtiging tot voorlopig verblijf in het kader van nareis. Eiseres had de aanvraag op 8 november 2023 ingediend, en de minister was verplicht om binnen 90 dagen te beslissen. De minister heeft echter de beslistermijn verlengd met drie maanden, waardoor de deadline op 6 mei 2024 viel. Aangezien er geen besluit is genomen, heeft eiseres de minister op 24 mei 2024 in gebreke gesteld en op 22 november 2024 beroep ingesteld. De rechtbank oordeelde dat het beroep tijdig was ingediend en kennelijk gegrond was, omdat de minister niet binnen de gestelde termijn had beslist.
De rechtbank heeft op basis van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) bepaald dat de minister binnen een termijn van acht weken na de uitspraak een besluit moet nemen. Indien de minister besluit tot nader onderzoek, moet dit besluit binnen twintig weken na de uitspraak bekend worden gemaakt. De rechtbank heeft ook een dwangsom van € 100 per dag opgelegd voor elke dag dat de minister de termijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000. Daarnaast heeft de rechtbank vastgesteld dat de minister € 1.442 aan bestuurlijke dwangsommen heeft verbeurd en veroordeelt de minister tot betaling van de proceskosten van eiseres ter hoogte van € 453,50 en het griffierecht van € 187.
De uitspraak is openbaar gemaakt en bevat belangrijke overwegingen over de termijnen en de verplichtingen van de minister in het kader van asiel- en migratierecht.