ECLI:NL:RBDHA:2025:21900
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig nemen van besluit inzake gezinshereniging
In deze zaak heeft eiser beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit door de minister van Asiel en Migratie op zijn aanvragen om verlening van een machtiging tot voorlopig verblijf voor zijn ouders en broer. Eiser heeft de aanvragen op 12 juni 2024 ingediend, maar de minister heeft niet binnen de wettelijk voorgeschreven termijn van 90 dagen beslist. Eiser heeft de minister op 12 juni 2025 rechtsgeldig in gebreke gesteld en het beroep is op 14 juli 2025 ingediend, wat tijdig is. De rechtbank heeft geoordeeld dat het beroep gegrond is, omdat de minister in gebreke is gebleven. De rechtbank heeft de minister opgedragen om binnen acht weken na de uitspraak een besluit te nemen, met een dwangsom van € 100 per dag voor elke dag dat deze termijn wordt overschreden, tot een maximum van € 15.000. Daarnaast is de minister veroordeeld in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 453,50 en moet het griffierecht van € 194 worden vergoed. De uitspraak is gedaan op 13 november 2025 door mr. A.C.J. van Dooijeweert, rechter, en is openbaar gemaakt.