Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
eisende partij in conventie,
gemachtigde: mr. G.R. Derksen,
gedaagde partij in conventie,
gemachtigden: mrs. E. Lutjens en H.L. Doorn.
1.Procedure
2.Feiten
Groothandel in hooi, stro en ruwvoeder” (SBI-code 46213) en “
Goederenvervoer over de weg (geen verhuizingen)” (SBI-code 4941). Het bedrijf heeft elf medewerkers, van wie negen chauffeurs, en beschikt over een NIWO-vergunning voor in totaal negen vrachtwagens. Op de website van [bedrijf] wordt onder het kopje “over ons” onder meer het volgende vermeld:
- rente over het bedrag dat de werkgever had moeten betalen, vanaf de eerste dag dat het bedrag betaald had moeten zijn
- vergoeding van de buitengerechtelijke invorderingskosten en eventueel overige wettelijke kosten van vervolging.
3.Geschil
primairte verklaren voor recht dat [bedrijf] vanaf 25 april 2017 valt onder de verplichtstelling van Pensioenfonds Vervoer, gebonden is aan de statuten, de reglementen en de daarop gebaseerde besluiten van het bestuur van Pensioenfonds Vervoer en premie moet betalen ten behoeve van alle (gewezen) werknemers conform de bepalingen van het uitvoeringsreglement en
subsidiairte verklaren voor recht dat binnen [bedrijf] sprake is (geweest) van een afdeling als bedoeld in de verplichtstelling van het fonds en dat deze afdeling vanaf 25 april 2017 onder die verplichtstelling valt;
primair€ 761.393,09 en
subsidiair€ 538.285,42, inclusief premies AOP;