Op 19 november 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak waarbij eiser, vertegenwoordigd door mr. K. Yousef, beroep heeft ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van bijzondere omstandigheden, waaronder achterstanden in de behandeling van asielaanvragen. De rechtbank heeft een nadere beslistermijn vastgesteld tot uiterlijk 17 februari 2026, waarbij zowel het belang van de verweerder als dat van de eiser in overweging is genomen. De rechtbank heeft geoordeeld dat de beslistermijn van 21 maanden, zoals genoemd in artikel 31, vijfde lid, van de Procedurerichtlijn, niet wordt overschreden.
De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard en verweerder opgedragen om uiterlijk 17 februari 2026 een besluit bekend te maken. Tevens is er een rechterlijke dwangsom opgelegd van € 100 per dag, met een maximum van € 15.000, voor elke dag dat de termijn wordt overschreden. De proceskosten van eiser zijn vastgesteld op € 453,50. De uitspraak is gedaan zonder zitting en openbaar gemaakt door middel van een geanonimiseerde publicatie. De rechtbank heeft verwezen naar de relevante wetgeving en eerdere uitspraken ter onderbouwing van haar beslissing.