In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedaan op 2 december 2025, is het beroep van eiseres, die een asielaanvraag had ingediend op 12 november 2023, aan de orde. Eiseres stelde dat de minister van Asiel en Migratie niet tijdig had beslist op haar aanvraag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn was verstreken en dat de minister niet had gereageerd op het verzoek van eiseres om binnen twee weken alsnog te beslissen. Hierdoor was het beroep ontvankelijk en kennelijk gegrond. De rechtbank oordeelde dat de minister een nieuw besluit moest nemen op de aanvraag, rekening houdend met het ‘8+8 wekenmodel’. Aangezien de bovengrens van 21 maanden was overschreden, werd een kortere beslistermijn van vier weken opgelegd, te rekenen vanaf de bekendmaking van de uitspraak. Tevens legde de rechtbank een dwangsom op van € 100,- per dag bij overschrijding van deze termijn, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres kreeg ook de proceskosten vergoed, vastgesteld op € 453,50.