In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedaan op 2 december 2025, gaat het om een beroep dat eiseres heeft ingediend tegen de minister van Asiel en Migratie. Eiseres had op 2 mei 2024 een asielaanvraag ingediend, maar de minister had niet tijdig beslist. Na het verstrijken van de beslistermijn heeft eiseres de minister verzocht om alsnog binnen twee weken te beslissen, maar dit verzoek is niet ingewilligd. Hierop heeft eiseres beroep ingesteld. De rechtbank heeft geoordeeld dat het beroep ontvankelijk en kennelijk gegrond is. De rechtbank legt de minister op om alsnog binnen zestien weken na de bekendmaking van deze uitspraak een besluit te nemen op de aanvraag. Indien de minister deze termijn overschrijdt, moet hij een dwangsom van € 100,- per dag betalen, met een maximum van € 15.000,-. Daarnaast moet de minister de proceskosten van eiseres vergoeden, vastgesteld op € 453,50. De uitspraak is gedaan zonder zitting en openbaar gemaakt via rechtspraak.nl.