In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedaan op 2 december 2025, gaat het om een beroep van eiseres Hareth tegen de minister van Asiel en Migratie. Eiseres heeft een asielaanvraag ingediend op 3 februari 2024, maar de minister heeft niet tijdig beslist. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is verstreken en dat het beroep ontvankelijk en kennelijk gegrond is. De rechtbank oordeelt dat de minister alsnog binnen vier weken een besluit moet nemen op de aanvraag, rekening houdend met het '8+8 wekenmodel'. Indien de minister deze termijn overschrijdt, moet hij een dwangsom van € 100,- per dag betalen, met een maximum van € 15.000,-. Daarnaast moet de minister de proceskosten van eiseres vergoeden, vastgesteld op € 453,50. De uitspraak is gedaan zonder zitting en openbaar gemaakt via rechtspraak.nl.