ECLI:NL:RBDHA:2025:22797
Rechtbank Den Haag
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek in belastingzaken met betrekking tot de toepassing van Unierecht
Op 1 december 2025 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan op het wrakingsverzoek van verzoeker, bijgestaan door zijn advocaat mr. J.S. de Gram. Het verzoek tot wraking was ingediend tegen mr. B. van Walderveen, rechterplaatsvervanger, en betrof een cluster van belastingzaken. Verzoeker stelde dat de rechter vooringenomen was omdat hij het nationale recht boven het Unierecht zou laten prevaleren. De wrakingskamer oordeelde dat het verzoek niet ontvankelijk was, omdat de gronden te algemeen waren geformuleerd en dat de rechter niet vooringenomen was. De wrakingskamer wees het verzoek af en stelde vast dat de rechter niet in de wraking berustte. De wrakingskamer concludeerde dat de verzoeken tot wraking als verkapt rechtsmiddel waren gebruikt en dat toekomstige verzoeken van verzoeker in deze zaken niet meer in behandeling zullen worden genomen. De behandeling van de hoofdzaak gaat door zoals gepland.