AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Asielaanvragen en overschrijding beslistermijnen door de minister van Asiel en Migratie
Op 3 december 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak waarbij eisers, twee asielzoekers, beroep hebben ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op hun asielaanvragen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de uiterste termijn van 21 maanden, zoals genoemd in artikel 31, vijfde lid, van de Procedurerichtlijn, is overschreden. Hierdoor heeft de rechtbank de minister van Asiel en Migratie opgedragen om binnen twee weken na verzending van de uitspraak een besluit te nemen op de asielaanvragen van de eisers. Tevens is er een rechterlijke dwangsom opgelegd van € 100 per dag, met een maximum van € 15.000, voor elke dag dat de minister in gebreke blijft. De rechtbank heeft ook de proceskosten van de eisers vastgesteld op € 453,50. De uitspraak is gedaan zonder zitting en is openbaar gemaakt. De rechtbank heeft in haar overwegingen verwezen naar de wettelijke vereisten en eerdere uitspraken met betrekking tot de beslistermijnen in asielzaken. De eisers zijn vertegenwoordigd door mr. P.H. Hillen, en de zaak is behandeld in Middelburg onder de zaaknummers NL25.32145 en NL25.32147.
Voetnoten
1.Voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.
2.Op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
3.Op grond van artikel 6:2, aanhef en onder b, in samenhang met artikel 7:1, eerste lid, aanhef en onder f, van de Awb.
4.Artikel 6:12, tweede lid, van de Awb.
5.Besluit van 26 januari 2023, nummer WBV 2023/3, houdende wijziging van de Vreemdelingencirculaire 2000; gepubliceerd in Staatscourant 2023 nr. 3235.
6.Op grond van artikel 42, vierde lid, aanhef en onder b, van de Vw.
9.Artikel 8:55d, eerste lid, van de Awb.
10.Artikel 8:55d, eerste en derde lid, van de Awb.
11.Op grond van artikel 8:55d, tweede lid, van de Awb.
12.Op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht.