Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam], eiser,
de minister van Asiel en Migratie, de minister,
Samenvatting
Procesverloop
Beoordeling door de rechtbank
- identiteit, nationaliteit en herkomst;
- deelname aan de 20-februari beweging en lidmaatschap van de PPS tot 2018 en de daaruit voortvloeiende problemen;
- bekering tot het atheïsme;
- klacht door Qatar ingediend bij het Marokkaanse consulaat.
“Ik weet het niet zeker (p. 18).”Verderop heeft eiser na een vraag over de andere asielmotieven verklaard:
“Nadat ze mijn visum hebben gecontroleerd en alles, ben ik zonder problemen uit Marokko vertrokken.”
2015 en 2018 lid is geweest van de PPS en in 2018 zijn lidmaatschap heeft opgezegd.
6.1. Eiser heeft niet verklaard over problemen die hij zou hebben ervaren na 2018. Zo heeft eiser tijdens het nader gehoor verklaard:
“Maar ze lieten mij met rust in Marokko na 2018 omdat ik onpartijdig werd. (…) Ik denk niet dat ik vervolgd word (p. 12 en p. 18).”Daarbij stelt de rechtbank ook vast dat tussen partijen niet in geschil is dat eiser in 2024 legaal is uitgereisd en ook daarvoor legaal is in- en uitgereisd. De rechtbank is van oordeel dat de minister, met onder meer de verwijzing naar voornoemde verklaring en gebeurtenis, deugdelijk heeft gemotiveerd waarom niet aannemelijk is dat eiser, als gevolg van zijn in 2018 opgezegde lidmaatschap bij de PPS, gegronde vrees heeft voor vervolging dan wel een reëel risico loopt op ernstige schade.
6.2. Eiser heeft ook verder niet onderbouwd dat zijn (beperkte) betrokkenheid bij de PPS jaren later de gestelde risico’s oplevert. Eiser heeft in de zienswijze gewezen op bronnen over politieke activisten in Marokko, maar nergens blijkt uit dat hij vergelijkbare activiteiten heeft verricht of wil verrichten. Eiser heeft verder ook niet gewezen op landeninformatie die een ander beeld dan de minister schetst voor personen met zijn profiel. Het is aan eiser om de gegronde vrees voor vervolging dan wel het reële risico op ernstige schade aannemelijk te maken. Dat is niet gebeurd. De beroepsgrond slaagt niet.
7.1. Eiser heeft tijdens het nader gehoor uitgelegd waarom hij zelf niet in een God gelooft. Eiser heeft verder verklaard dat hij zich niet actief uit -op bijvoorbeeld sociale media- over atheïsme. Ook heeft hij verklaard verder nooit te hebben geprobeerd om iemand te laten afvallen van de islam. Ook in Nederland zoekt eiser hierover niet actief het gesprek op. [5]
“Ik had een goede verstandhouding met mijn buurtjongens. Ze wisten dat ik atheïst ben. Ze lieten mij met rust en zeiden dat ik zelf kon kiezen wat voor mij het beste was.”Verder heeft de minister gewezen op meerdere bronnen, waaronder het International Religious Freedom Report van de US Department of State uit 2022 en 2023. Volgens de minister weet eiser zijn vrees om problemen te krijgen niet concreet te maken.