ECLI:NL:RBDHA:2025:2327
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Buiten behandeling stelling asielaanvraag Turkse eiser met onbekende bestemming
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser, een Turkse nationaliteit, tegen de buitenbehandelingstelling van zijn asielaanvraag. Eiser heeft op 18 maart 2024 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend. Verweerder, de minister van Asiel en Migratie, heeft deze aanvraag op 7 januari 2025 buiten behandeling gesteld omdat eiser op 16 december 2024 met onbekende bestemming is vertrokken. De rechtbank heeft geen zitting gehouden, omdat partijen daarmee instemden. Eiser betwist de buitenbehandelingstelling en stelt dat hij niet met onbekende bestemming is vertrokken, maar bij familie in Nederland was en in contact bleef met zijn gemachtigde. De rechtbank overweegt of eiser nog procesbelang heeft, gezien zijn vertrek. De rechtbank concludeert dat eiser nog procesbelang heeft, omdat hij contact onderhoudt met zijn gemachtigde. De rechtbank oordeelt dat verweerder de aanvraag terecht buiten behandeling heeft gesteld, omdat eiser niet aan zijn verplichtingen heeft voldaan om zich te melden. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af. Eiser krijgt geen proceskostenvergoeding.