AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Asielaanvraag en overschrijding beslistermijn door de minister van Asiel en Migratie
Op 15 december 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak waarbij eiser, vertegenwoordigd door mr. D. Aygur, beroep heeft ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de uiterste termijn van 21 maanden, zoals genoemd in artikel 31, vijfde lid, van de Procedurerichtlijn, is overschreden. Hierdoor heeft de rechtbank de minister van Asiel en Migratie opgedragen om binnen twee weken na verzending van de uitspraak een besluit te nemen op de asielaanvraag van eiser. Tevens is er een rechterlijke dwangsom opgelegd van € 100 per dag, met een maximum van € 15.000, voor elke dag dat de minister deze termijn overschrijdt. De rechtbank heeft ook de proceskosten van eiser vastgesteld op € 453,50. De uitspraak is gedaan zonder zitting en openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie. De rechtbank heeft in haar overwegingen verwezen naar relevante wetgeving en eerdere uitspraken, en benadrukt dat indien de minister niet tijdig beslist, er een dwangsom verschuldigd is. De rechtbank heeft de zaak als lichtgewicht gekwalificeerd, gezien de aard van de procedure en de vragen die aan de orde zijn gesteld.
Voetnoten
1.Voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.
2.Op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
3.Op grond van artikel 6:2, aanhef en onder b, in samenhang met artikel 7:1, eerste lid, aanhef en onder f, van de Awb.
4.Artikel 6:12, tweede lid, van de Awb.
5.Besluit van 26 januari 2023, nummer WBV 2023/3, houdende wijziging van de Vreemdelingencirculaire 2000; gepubliceerd in Staatscourant 2023 nr. 3235.
6.Op grond van artikel 42, vierde lid, aanhef en onder b, van de Vw.
9.Artikel 8:55d, eerste lid, van de Awb.
10.Artikel 8:55d, eerste en derde lid, van de Awb.
11.Op grond van artikel 8:55d, tweede lid, van de Awb.
12.Op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht.