In deze zaak heeft eiser beroep ingesteld tegen de minister van Asiel en Migratie omdat deze niet tijdig heeft beslist op de asielaanvraag van 9 oktober 2023. De rechtbank heeft de zaak zonder zitting behandeld. De rechtbank constateert dat de beslistermijn om op de aanvraag te beslissen is verstreken. Eiser heeft de minister verzocht om alsnog binnen twee weken te beslissen, maar dit is niet gebeurd, waarna eiser beroep heeft ingesteld. De rechtbank oordeelt dat het beroep ontvankelijk en kennelijk gegrond is. De minister wordt opgedragen om alsnog een besluit te nemen op de aanvraag, rekening houdend met het '8+8 wekenmodel'. Aangezien de bovengrens van 21 maanden is overschreden, legt de rechtbank een kortere beslistermijn op van vier weken, te rekenen vanaf de bekendmaking van deze uitspraak. Indien de minister deze termijn overschrijdt, moet hij een dwangsom van € 100,- per dag betalen, met een maximum van € 15.000,-. Daarnaast moet de minister de proceskosten van eiser vergoeden, vastgesteld op € 453,50. De uitspraak is gedaan door mr. A.G.D. Overmars, rechter, en openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.