Deze uitspraak betreft een beroep dat eiseres heeft ingediend tegen de minister van Asiel en Migratie, omdat deze niet tijdig heeft beslist op de asielaanvraag van 11 oktober 2023. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is verstreken en dat de minister niet heeft gereageerd op het verzoek van eiseres om binnen twee weken alsnog te beslissen. Hierdoor is het beroep ontvankelijk en gegrond verklaard. De rechtbank oordeelt dat de minister binnen acht weken na de uitspraak een besluit moet nemen, met inachtneming van het '8+8 wekenmodel'. Indien de minister deze termijn overschrijdt, is hij een dwangsom van € 100,- per dag verschuldigd, met een maximum van € 15.000,-. Daarnaast moet de minister de proceskosten van eiseres vergoeden, vastgesteld op € 453,50. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om in beroep te gaan bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.